Formas verbais no total: 52
Imperativos e particípios
Tegenwoordig en verleden deelwoord adonizerend
Tegenwoordig en verleden deelwoord geadonizeerd
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens adonizeer adonizeert adonizeert adonizeren adonizeren adonizeren
Imperfect adonizeerde adonizeerde adonizeerde adonizeerden adonizeerden adonizeerden
Toekomende tijd I zal adonizeren zult adonizeren zal adonizeren zullen adonizeren zullen adonizeren zullen adonizeren
Conditionalis I zou adonizeren zou adonizeren zou adonizeren zouden adonizeren zouden adonizeren zouden adonizeren
Perfectum heb geadonizeerd hebt geadonizeerd heeft geadonizeerd hebben geadonizeerd hebben geadonizeerd hebben geadonizeerd
Voltooid verleden tijd had geadonizeerd had geadonizeerd had geadonizeerd hadden geadonizeerd hadden geadonizeerd hadden geadonizeerd
Toekomende tijd II zal geadonizeerd hebben zult geadonizeerd hebben zal geadonizeerd hebben zullen geadonizeerd hebben zullen geadonizeerd hebben zullen geadonizeerd hebben
Conditionalis II zou hebben geadonizeerd zou hebben geadonizeerd zou hebben geadonizeerd zouden hebben geadonizeerd zouden hebben geadonizeerd zouden hebben geadonizeerd
Imperatief - adonizeer - - adonizeert -

Verbos semelhantes a adonizeren

Verbos conjugados anteriores e posteriores adonizeren

« adonizeren »