Woxikon / Verbos / Holandês / A / afficheren

NL conjugação em Holandês de afficheren

Formas verbais no total: 52
Imperativos e particípios
Tegenwoordig en verleden deelwoord afficherend
Tegenwoordig en verleden deelwoord geafficheerd
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens afficheer afficheert afficheert afficheren afficheren afficheren
Imperfect afficheerde afficheerde afficheerde afficheerden afficheerden afficheerden
Toekomende tijd I zal afficheren zult afficheren zal afficheren zullen afficheren zullen afficheren zullen afficheren
Conditionalis I zou afficheren zou afficheren zou afficheren zouden afficheren zouden afficheren zouden afficheren
Perfectum heb geafficheerd hebt geafficheerd heeft geafficheerd hebben geafficheerd hebben geafficheerd hebben geafficheerd
Voltooid verleden tijd had geafficheerd had geafficheerd had geafficheerd hadden geafficheerd hadden geafficheerd hadden geafficheerd
Toekomende tijd II zal geafficheerd hebben zult geafficheerd hebben zal geafficheerd hebben zullen geafficheerd hebben zullen geafficheerd hebben zullen geafficheerd hebben
Conditionalis II zou hebben geafficheerd zou hebben geafficheerd zou hebben geafficheerd zouden hebben geafficheerd zouden hebben geafficheerd zouden hebben geafficheerd
Imperatief - afficheer - - afficheert -

Verbos semelhantes a afficheren

Verbos conjugados anteriores e posteriores afficheren

« afficheren »

Mais ações para afficheren