Woxikon / Verbos / Holandês / H / herordenen

NL conjugação em Holandês de herordenen

Formas verbais no total: 52
Imperativos e particípios
Tegenwoordig en verleden deelwoord herordenend
Tegenwoordig en verleden deelwoord herordend
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens herorden herordent herordent herordenen herordenen herordenen
Imperfect herordende herordende herordende herordenden herordenden herordenden
Toekomende tijd I zal herordenen zult herordenen zal herordenen zullen herordenen zullen herordenen zullen herordenen
Conditionalis I zou herordenen zou herordenen zou herordenen zouden herordenen zouden herordenen zouden herordenen
Perfectum heb herordend hebt herordend heeft herordend hebben herordend hebben herordend hebben herordend
Voltooid verleden tijd had herordend had herordend had herordend hadden herordend hadden herordend hadden herordend
Toekomende tijd II zal herordend hebben zult herordend hebben zal herordend hebben zullen herordend hebben zullen herordend hebben zullen herordend hebben
Conditionalis II zou hebben herordend zou hebben herordend zou hebben herordend zouden hebben herordend zouden hebben herordend zouden hebben herordend
Imperatief - herorden - - herordent -

Verbos semelhantes a herordenen

Verbos conjugados anteriores e posteriores herordenen

« herordenen »

Mais ações para herordenen