Formas verbais no total: 52
Imperativos e particípios |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | koördinerend |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | gekoördineerd |
Tipo | ik | jij | hij/zij/het | wij | jullie | zij |
Presens | koördineer | koördineert | koördineert | koördineren | koördineren | koördineren |
Imperfect | koördineerde | koördineerde | koördineerde | koördineerden | koördineerden | koördineerden |
Toekomende tijd I | zal koördineren | zult koördineren | zal koördineren | zullen koördineren | zullen koördineren | zullen koördineren |
Conditionalis I | zou koördineren | zou koördineren | zou koördineren | zouden koördineren | zouden koördineren | zouden koördineren |
Perfectum | heb gekoördineerd | hebt gekoördineerd | heeft gekoördineerd | hebben gekoördineerd | hebben gekoördineerd | hebben gekoördineerd |
Voltooid verleden tijd | had gekoördineerd | had gekoördineerd | had gekoördineerd | hadden gekoördineerd | hadden gekoördineerd | hadden gekoördineerd |
Toekomende tijd II | zal gekoördineerd hebben | zult gekoördineerd hebben | zal gekoördineerd hebben | zullen gekoördineerd hebben | zullen gekoördineerd hebben | zullen gekoördineerd hebben |
Conditionalis II | zou hebben gekoördineerd | zou hebben gekoördineerd | zou hebben gekoördineerd | zouden hebben gekoördineerd | zouden hebben gekoördineerd | zouden hebben gekoördineerd |
Imperatief | - | koördineer | - | - | koördineert | - |
Verbos semelhantes a koördineren
Verbos conjugados anteriores e posteriores koördineren
Mais ações para koördineren